Informatie voor zorgprofessionals
In de klinische praktijk zijn artsen en verpleegkundigen de eerste vraagbaak voor patiënten en hun naasten. Zij geven voorlichting en steun bij het omgaan met problemen tijdens de ziekte. Voor de meerderheid van de mensen is deze basale zorg voldoende. Zij kunnen zich met meer of minder moeite aan de ziekte en de gevolgen ervan aanpassen. Er zijn echter ook velen die tijdens of na de behandeling zoveel negatieve ervaringen van uiteenlopende aard hebben opgedaan dat verwijzing naar een gespecialiseerde psychosociale en/of (para)medische zorgverlener nodig is.
Uit onderzoek van de afgelopen jaren weten we dat fysieke, psychosociale en spirituele problemen veelvuldig voorkomen na de behandeling van kanker die de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. Het verschilt zeer per vorm van kanker en behandeling maar tot de top tien van klachten behoren angst en zorgen, depressie, pijn, verslechterde fysieke conditie, vermoeidheid, slaapstoornissen, cognitieve problemen zoals geheugen- en concentratieproblemen, maagdarmproblemen inclusief misselijkheid, constipatie, diarree en rond de voeding in het algemeen, problemen op het gebied van seksualiteit en intimiteit en vruchtbaarheid. Tot deze problemen behoren ook de moeilijkheden die men vaak ondervindt bij werkhervatting.
Niet alleen voor patiënten maar ook voor hun naasten is het vaak moeilijk om de draad weer op te pakken na de vaak zware behandelperiode.
Er moet nog veel onderzoek gedaan worden om inzicht te krijgen in welke patiënten en naasten nu precies waar last van hebben en waarom. Ook is er nog weinig wetenschappelijk bewijs voor de kosteneffectiviteit (de verhouding tussen de te maken kosten en hetgeen men ermee beoogt) van psychosociale en fysieke interventies gericht op het verbeteren van het samen leven met kanker.
Op deze website vindt u informatie over de onderzoeksgroep Samen leven met kanker, over de projecten die we doen en achtergrondinformatie in de kennisbank.