Aanpassingsstoornis bij patiënten na behandeling voor kanker
Achtergrond
Het bericht kanker te hebben brengt veel onzekerheid, angst en stress teweeg. De ziekte kan het idee van onkwetsbaarheid, controle, rechtvaardigheid en het leiden van een zinvol leven aantasten. Emoties zoals angst en depressie en veranderingen in het leven doen een groot beroep op het aanpassingsvermogen van de patiënt. Problemen met aanpassen kunnen van milde en korte duur zijn waarbij de patiënt dit zelf oplost. Er zijn echter ook patiënten waarbij dit niet het geval is en waarbij de klachten ernstig en langdurend zijn. In zo’n situatie spreken we van een aanpassingsstoornis. Dit kan een reden zijn om psychosociale hulp te zoeken.
Doel van het onderzoek
Aanleiding van dit project is dat sinds 2012 de behandeling van aanpassingsstoornissen bij patiënten met kanker uit het verzekerde pakket van de basisverzekering is gehaald. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er een programma uitgezet waar dit onderzoeksproject deel van uitmaakt. Op basis van onder andere de resultaten van dit onderzoek zal een definitief besluit genomen worden over de toekomstige financiering van deze zorg.
Het doel van dit project is het onderzoeken van:
- De prevalentie van aanpassingsstoornissen en de behoefte aan een psychologische behandeling bij kankerpatiënten met een aanpassingsstoornis
- De effectiviteit en kostenutiliteit van psychologische behandeling.
- De budget impact van de psychologische behandeling.
Psychologische behandeling
De psychologische behandeling bestaat uit 3 modules op maat aangeboden aan de behoeftes en wensen van de patiënt.
Afhankelijk van het effect van iedere module kan de behandeling worden afgerond of worden voortgezet met een volgende module.
Module 1 bestaat uit diagnostiek en psycho‐educatie en module 2 en 3 uit diverse behandelingen gericht op verwerking en heroriëntatie. De keuze voor een behandeling binnen module 2 en 3 wordt op maat aangeboden, in samenspraak met de patiënt.
Module 1 bestaat uit een maximum van 4 sessies met een psycholoog, psychotherapeut of psychiater en module 2 en 3 uit een maximum van 6 sessies.